De bengaal
Geschiedenis
Het begon allemaal toen Jean Sugden in een plaatselijke dierenwinkel in Arizona een vrouwtjes Aziatische Luipaardkat kocht. Ze noemde haar Malysia. In 1963 zette ze als gezelschap een gewone zwarte HTK kater bij Malysia.Ze had niet eens in de gaten dat Malysia drachtig was en was blij verrast met de geboorte van een spotted kitten een poesje. Ze noemde haar ; Kin Kin.. Kin Kin werd terug gekruist met haar vader en kreeg kittens. Helaas werdt Jean Sugden in die periode weduwe en was niet meer in de gelegenheid om Malysia te onderhouden en deze werd dan ook naar de dierentuin in San Diego gegeven.
Malysia's nakomelingen stierven uiteindelijk ook en zo kwam er een einde aan t eerste bengal cat project. Echter Jean's droom om een huiskat te produceren met t spotted uiterlijk van een wilde kat bleef onveranderd. In 1980 inmiddels opnieuw getrouwd hoorde Jean Mill van een geneticus Dr.Willard Centerwall aan de universiteit van California die in zijn onderzoek gebruik maakte van eerste generatie Aziatische Luipaard kat hybrides.
Jean kreeg van hem een aantal van deze zogenaamde F 1 (Foundation First). Twee vrouwelijke hybrides "Pennybank”en "Praline” o.a.zijn terug te vinden in veel hedendaagse stambomen als je maar ver genoeg terug gaat stammen nagenoeg alle bengalen uiteindelijk af van 2 Aziatische Luipaardkatten de zogenaamde "Centerwalls”
In 1982 bezocht Jean tijdens een vakantie in India de Delhi Zoo. Daar nam de curator haar mee naar een verblijf waar onder een zieke neushoorn een prachtige verwilderde huiskat zat met een gevlekte vacht. Daar was haar antwoord op de vraag/zoektocht met wie ze haar Hybride poezen moest kruizen. Millwood Tory of Delhi zoals Jean deze kater noemde had prachtige smaragd groene ogen, kleine donkerbruine spots mooi verdeeld over een unieke warm goud oranje vacht welke een glinstering vertoonde die ze nog nooit eerder op een huiskat waar dan ook had gezien. Tory's unieke glinsterende vacht is wat we nu glitter noemen bij onze huidige bengaal. Een unieke eigenschap die bij geen enkel ander kattenras voor komt.
In de jaren daarna bleef Jean meer mooie hybride bengalen fokken toen ze in 1987 de F 3 poes Silk'n Cinders haar verraste met de geboorte van een heel bijzonder kitten. Dit kitten een poesje had een spectaculair patroon van wervelend marmer wat haar t meest deed denken aan gesmolten caramel. Ze was een groot succes en zo kwam het dat de marbleds opgenomen werden in t register van de bengaal. Het spectaculaire marbled patroon was te danken aan een recessief gen uit t klassieke tabby patroon van eerdere kruizingen met Aziatische Luipaardkatten en gedomestiseerde katten.
Toen de marbleds met de spotted bengalen werden gekruist zorgden ze voor een mooier horizontaal verloop van de rozetten. In 1989 werd de Aziatische Luipaardkat Kabuki toegevoegd aan het fokprogramma en hij produceerde vele schitterende dochters. Veel van de huidige bloedlijnen zijn terug te leiden naar Kabuki.
Kabuki
Karakter
Bengalen (F4 en latere kruisingen) zijn nieuwsgierige, actieve katten.Ze hebben een tot de verbeelding sprekend uiterlijk, en bewegen zich ook nog eens vloeiend als een wild dier. Ze hebben veel ruimte nodig hebben en houden ervan om vanaf een verhoging alles te kunnen blijven overzien. Ondanks dat ze van gezelschap houden, zijn de meeste volwassen exemplaren geen schoot- of knuffelkatten. Kittens zijn vaak nog wel echte schootliggers.
Ze kunnen eigenzinnig zijn en vertonen nog regelmatig trekken die sterk doen denken aan hun wilde voorvaderen. Ze beschikken normaal gesproken over een groot sociaal vermogen en worden zeer slim en vindingrijk bevonden. Bengalen zijn vocaal ingesteld. Je kan hele gesprekken met ze houden als ze er zin in hebben. Wanneer ze het ergens niet mee eens zijn, zullen ze van zich laten horen. Ze vertonen absoluut trekjes van eenkennigheid. Wat natuurlijk ook wel heel vleiend kan zijn.
Over het algemeen kunnen bengalen het prima vinden met andere bengalen. Een ander ras is wel mogelijk maar ze zijn het best op hun plaats met katten die ook actief en assertief zijn. Bengalen houden nog wel eens van spelend pesten en daar moet het kattengezelschap tegenop kunnen. Met honden kunnen ze het vaak ook prima vinden. Een bengaal kan moeilijk alleen, zonder dierengezelschap, gehouden worden. Uitzonderingen daargelaten zal een bengaal die alleen is, wegkwijnen of een verschrikkelijk lastige verveelde kat worden. Een bijzondere eigenschap is dat ze dol op water zijn. Ze zijn dan ook regelmatig in de badkamer of zelfs onder de douche te vinden.
Een bengaal moet je niet alleen willen vanwege het uiterlijk. Je moet een bengaal ook willen vanwege het karakter. Je moet bereid zijn af en toe te slikken, je huis er op in te richten en te kunnen blijven lachen. Niet iedereen is geschikt voor een bengaal. Andersom is een bengaal ook niet geschikt voor iedereen. Het gaat om de chemie samen. Ben je bereid veel tijd in je bengaal te steken, heb je zin in een sterk aanwezige kat en vind je het niet erg als er hier en daar eens wat (al dan niet onbedoeld) sneuvelt, misschien is een bengaal dan wel wat voor jou.
Het zijn geen gemakkelijke katten om te houden, maar ben je eenmaal om dan wil je waarschijnlijk nooit meer anders!